Geen weg terug: Opdracht

Opdracht niveau 1

De tijd terugdraaien

Titel Geen weg terug
Niveau boek niveau Start
Opdracht niveau 1
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus personages
Je leert begrijpen wat de personages doen en waarom ze het doen
Gemaakt door Esther Burger

A

Je hebt vast wel eens een leugentje verteld.

  1. Tegen wie heb je wel eens gelogen?
  2. Waarover heb je toen gelogen?
  3. Waarom loog je toen?
  4. Tara houdt niet van liegen, maar ze doet het toch. Tegen wie liegt ze en waarover? Het antwoord vind je op blz. 49.
     

B

In de discotheek krijgt Tara van Jeff een zakje met daarin vier pillen.

  1. Wat geeft Jeff aan Joost? Het antwoord vind je op blz. 53.
  2. Waarom geeft Jeff iets aan Joost? Het antwoord vind je op blz. 63.
  3. Tara en Joost moeten naar het ziekenhuis. Waarom krijgt Joost de schuld dat Tara in het ziekenhuis ligt?
  4. Tara voelt zich schuldig dat Joost dood is. Stel dat de tijd teruggedraaid kon worden. Wat zou Tara dan anders gedaan hebben? Noteer twee verschillende dingen. Gebruik voor je antwoord blz. 63.


    Tara vraagt zich af wat ze nu moet doen. Moet ze haar mond houden of moet ze de waarheid vertellen?
  5. Wat is een reden om wel de waarheid te vertellen?
  6. Wat is een reden om niet de waarheid te vertellen?
  7. Wat vind jij dat Tara moet doen? Leg je antwoord uit.
     

C

Het boek heeft een open einde. Je weet dus niet hoe het verhaal verdergaat. 
Schrijf zelf een einde. Gebruik hiervoor je antwoorden op de vragen van opdracht B. Geef je einde een titel. Schrijf ongeveer 100 woorden.