Mijn allerliefste vijand: Opdracht
Opdracht niveau 1 | Perspectief
Vanuit de ogen van iemand anders
Femke voert een moeilijke strijd tegen de eetstoornis die ze heeft ontwikkeld. Veel personages in het verhaal willen haar daarbij helpen.
| Titel | Mijn allerliefste vijand |
|---|---|
| Niveau boek | niveau 1 |
| Opdracht | niveau 1 | perspectief |
| Studielast | 1 uur |
| Werkvorm | deze opdracht maak je alleen |
| Focus | perspectief |
| Je leert | de situatie vanuit een ander perspectief te bekijken |
| Gemaakt door | Jildau Vrieswijk |
A
Niet alleen Femke heeft het moeilijk gehad toen ze leed aan de eetstoornis anorexia, ook haar familieleden hebben het lastig gehad. Door het ik-perspectief lees je niet hoe Femkes ouders en zusje met de ziekte van Femke probeerden om te gaan.
Vraag 1
Kies drie fragmenten van ongeveer 150 woorden waarin andere personages een grote rol spelen. Kies bijvoorbeeld een fragment waar Femkes moeder, zusje of een vriendin uit de kliniek bij haar is. Maak een foto van deze fragmenten en plak ze in je opdracht.
Vraag 2
Een van de drie fragmenten ga jij herschrijven. Dit doe je vanuit het perspectief van het personage dat in dit fragment een grote rol speelt. In jouw herschrijving is dus niet Femke de ik-figuur, maar het andere personage. Probeer in jouw stuk de gevoelens en gedachten van jouw hoofdpersoon duidelijk weer te geven.
B
Noteer je mening bij onderstaande stellingen. Gebruik per mening ongeveer 50 woorden.
Stelling 1: Door het ik-perspectief leef je erg met Femke mee en kom je meer over anorexia te weten.
Stelling 2: Het boek had meer diepgang gehad als de emoties en gedachten van de andere personages ook beschreven waren.
Stelling 3: De schrijfster was veertien jaar toen ze dit boek schreef. Ondanks het heftige onderwerp is het boek toch wat kinderachtig geschreven.
