Schuld: Opdracht
Opdracht niveau 1
Beter een goede buur dan een verre vriend
Titel | Schuld |
---|---|
Niveau boek | niveau Start |
Opdracht | niveau 1 |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | deze opdracht maak je alleen |
Focus | goed en slecht |
Je leert | nadenken over wat je goed en slecht vindt |
Gemaakt door | Esther Burger |
A
Vraag 1
Vul de karaktereigenschappen in de tabel op de plek waar jij ze vindt passen.
betrouwbaar– dapper – driftig – eerlijk –egoïstisch – eigenwijs – gemeen – goedgelovig – grappig – nieuwsgierig – onhandig – onzeker – slim – verlegen
Vraag 2
Kies daarna uit elke kolom één karaktereigenschap. Leg uit waarom je dit een positieve, een negatieve eigenschap of zowel een positieve als negatieve eigenschap vindt.
positieve (goede) karaktereigenschappen | negatieve (slechte) karaktereigenschappen | eigenschap die positief én negatief kan zijn |
---|---|---|
... | ... | ... |
... | ... | ... |
... | ... | ... |
... | ... | ... |
... | ... | ... |
B
Bekijk onderstaande tabel.
Vraag 1
Zet een + achter ‘goede’ personen en een een – achter ‘slechte’ personen uit het boek Schuld.
Vraag 2
Noteer achter elke persoon in het kort waarom jij hem of haar een goed of slecht persoon vindt.
Vraag 3
Over welk persoon of welke personen moest je het langst nadenken? Leg uit waardoor dat kwam.
Personages | + of - | want ... |
---|---|---|
John | ||
Osman (eigenaar schoenenzaak) | ||
Johns moeder | ||
Johns vader | ||
Manuel | ||
Kevin | ||
Enzio | ||
Mo | ||
Abdel | ||
Martin (baas inpakken groente en fruit) | ||
Iva (studeert rechten) | ||
Eva |
C
Vraag 1
Wie lijkt John te willen helpen en blijkt uiteindelijk slecht voor hem te zijn? Leg je antwoord uit.
Vraag 2
Wie lijkt slecht te zijn voor John, maar blijkt uiteindelijk goed voor hem te zijn? Leg je antwoord uit.