Broergeheim: Opdracht
Opdracht niveau 2
Titel | Broergeheim |
---|---|
Niveau boek | 1 |
Opdracht | niveau 2 |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | verhaallijnen |
Je leert | de functie van een tweede verhaallijn begrijpen. |
Gemaakt door | Ymkje Visser |
A
Joeri’s mening over Lonneke verandert nogal eens door het verhaal heen. Hoe denkt Joeri over Lonneke:
- als hij haar voor het eerst ziet als hij probeert te verdwalen en Lonneke in een bushokje staat?
- als hij bij haar in de klas komt?
- als Lonneke zich begint te bemoeien met de zoektocht naar Stefan?
- aan het einde van het verhaal?
B
Vraag 1:
Wat is er hetzelfde in de situatie van Joeri en Lonneke?
Vraag 2:
En wat is er anders in hun situatie?
C
De schrijver heeft Joeri en Lonneke natuurlijk niet voor niets bedacht en elkaar laten ontmoeten. Als schrijvers zoiets laten gebeuren in hun boeken, kan dit verschillende functies hebben:
- De verhalen van de twee personages kunnen elkaar aanvullen.
- De verhalen van de twee personages kunnen het tegenovergestelde van elkaar zijn.
- De verhalen van de twee personages kunnen op elkaar lijken.
Van welke van de drie bovenstaande functies is sprake in Broergeheim? Leg je antwoord uit in minimaal 100 woorden.