Dood door wc-papier: Opdracht
Opdracht niveau 2
Titel | Dood door wc-papier |
---|---|
Niveau boek | niveau 1 |
Opdracht | niveau 2 |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | personages |
Je leert | reflecteren op de rol die een personage in een verhaal speelt |
Gemaakt door | Esther Burger |
A
Een aantal personages helpt Benjamin en zijn moeder in de moeilijke (financiële) situatie. Ook zijn er personages die hen tegenwerken. Kies de juiste scène bij elk personage.
1 tante Abby | A brengt kippensoep |
---|---|
2 Agnus | B eist huur |
3 Ed Chase | C helpt met het maken van een kostuum |
4 meneer Katz | D neemt Ben mee naar museum |
5 mevrouw Schneckle | E steelt chocoladerepen |
6 meneer Sheffield | F stuurt geld |
7 Spijker | E stuurt wc-papier |
8 Spijkers vader | F verbiedt de verkoop van chocoladerepen |
B
Vraag 1
Welke personages zijn helpers? Leg uit.
Vraag 2
De vader van Benjamin kun je zien als een helper en als een tegenstander. Geef twee redenen waarom hij een helper en twee redenen waarom hij een tegenstander is.
Vraag 3
Denk je dat het verhaal beter of slechter zou zijn als vader niet in het verhaal zou voorkomen? Leg je antwoord uit.