Het grote boek van Raffie: Opdracht

Opdracht niveau 2

Titel Het grote boek van Raffie
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 2
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus geloofwaardigheid
Je leert de geloofwaardigheid van het verhaal beoordelen
Gemaakt door Ymkje Visser

A

Er gebeurt heel veel in Het grote boek van Raffie.

Vraag 1

Noteer de gebeurtenis die jij het leukst vond en leg uit waarom je deze gebeurtenis kiest.


Vraag 2

Noteer de gebeurtenis die de schrijver wat jou betreft wel weg had mogen laten en leg uit waarom je deze gebeurtenis kiest.


B   

Hieronder vind je een tabel met tien gebeurtenissen uit Het grote boek van Raffie. Zet deze gebeurtenissen in volgorde van geloofwaardigheid. Iets is geloofwaardig als je gelooft dat het in de echte wereld en in het echte leven kan gebeuren. Zet de situatie die jij het meest geloofwaardig vindt op plaats 1 en de situatie die je het minst geloofwaardig vindt op plaats 10.

Gebeurtenis Plaats
Rafael gaat voetballen bij HBOK.
Rafael wordt gescout door de scouts van Ajax.
Rafael redt Nando van Oomsnor.
Nando komt bij Rafael in huis wonen.
Rafael maakt de Cito-toets heel goed.
Opa Pet komt via Ajax weer in contact met zijn familie.
Rafaels ouders maken veel ruzie en willen tijdelijk apart van elkaar gaan wonen.
Wally blijkt bevriend te zijn met de hooligans.
Het contact met opa Pet is weer helemaal goed.
Bij Tessels modeshow blijkt Nando haar model te zijn.

C   

Vraag 1

Het verhaal in Het grote boek van Raffie zou zomaar echt gebeurd kunnen zijn, maar misschien heb je tijdens het lezen ook wel eens gedacht dat het allemaal wel erg toevallig is. Hoe geloofwaardig vind jij Het grote boek van Raffie?
Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.   


Vraag 2

Heb je je gestoord aan het feit dat het verhaal misschien niet altijd geloofwaardig is? Waarom (niet)?   


Vraag 3

Vind je dat in boeken alles kan? Leg je antwoord uit in minimaal 25 woorden. Kies uit:   

Optie A: Ja, dat is de kracht van verzonnen verhalen.   

Optie B: Ja, zolang het in het verhaal zelf maar geloofwaardig overkomt.   

Optie C: Nee, in onrealistische of ongeloofwaardige verhalen kan ik me niet inleven.   

Optie D: Anders, namelijk ….