Kampioen: Opdracht

Opdracht niveau 2

Titel Kampioen
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 2
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus fictie en werkelijkheid
Je leert reflecteren op het verschil tussen fictie en non-fictie
Gemaakt door Lotte Straatsma

A

Lees jij graag waargebeurde verhalen? Waarom wel/niet?


B

Kampioen is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Olivier van de Voort.  

Lees de literaire theorie.

Vraag 1

Is Kampioen fictie of non-fictie? Leg je antwoord uit in minimaal 50 woorden.


Vraag 2

Schrijvers van boeken, ook van waargebeurde verhalen, hebben veel meer vrijheid dan journalisten. Wat is het grootste verschil tussen een schrijver en een journalist? 


Vraag 3

Journalisten en schrijvers schrijven om een andere reden. Wat is het belangrijkste doel van journalisten met hun artikelen? En wat is het belangrijkste doel van Corien Oranje met haar boek Kampioen, denk je?


Achterin het boek staan een paar krantenartikelen over Olivier uit de periode 2009-2011. Lees deze artikelen.

Vraag 4

Beschrijf in minimaal 100 woorden de verschillen tussen de manier waarop Oliviers verhaal in het boek Kampioen en in de (kranten)artikelen wordt beschreven.


Vraag 5

Wat vond je fijner om te lezen: de krantenartikelen over Olivier of het boek Kampioen? Leg je antwoord uit.


C


Wat lees jij over het algemeen liever: fictie of non-fictie? Leg je antwoord uit in minimaal 30 woorden.

 

(Literaire) theorie

Fictie De meeste leesboeken zijn fictie. Dat betekent dat de verhalen verzonnen zijn, ook als het verhaal gaat over gebeurtenissen die echt gebeurd zijn. Misschien ken je het boek (of de film) Oorlogswinter. De Tweede Wereldoorlog is natuurlijk echt gebeurd en het is ook waar dat de mensen in de winter van 1944-45 erge honger hadden. Maar Michiel Beusekom, de hoofdpersoon, heeft niet echt bestaan. 

Non-fictie Verhalen die niet verzonnen zijn, zijn non-fictie. Het dagboek van Anne Frank is non-fictie. Anne heeft niets verzonnen; alles wat ze schrijft is precies zo gebeurd.