Manhatan: Opdracht
Opdracht niveau Start
Titel | Manhatan |
---|---|
Niveau boek | niveau 1 |
Opdracht | niveau Start |
Studielast | 1,5 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | kwesties: goed en kwaad |
Je leert | reflecteren op de vraag wat goed en slecht is |
Gemaakt door | Lotte Straatsma, naar een idee van Janneke Blok |
A
Noteer, snel en zonder al te veel na te denken, vijf eigenschappen die je vindt passen bij een goed mens en vijf eigenschappen die je vindt passen bij een slecht mens.
B
Bekijk Tabel 1.
Vraag 1
Zet een + achter ‘goede’ personages en een – achter ‘slechte’ personages.
Vraag 2
Noteer achter elk personage in steekwoorden wat het personage in jouw ogen goed/slecht doet.
Vraag 3
Over welk(e) personage(s) heb je het langst moeten nadenken? Leg in de laatste kolom van de tabel uit hoe dat komt.
Tabel 1
Personages | +/- | Want... | Lastig, omdat... |
---|---|---|---|
Peye | |||
Peyes moeder | |||
Waupatukway | |||
Schele Mul | |||
Manuel | |||
Jan Creoly | |||
Isabel | |||
Lady Moody | |||
Cornelius | |||
Petakaluns | |||
Willem Kieft | |||
De kok | |||
Sergeant Rodolff | |||
Dominee Bogardus |
C
Natuurlijk is niemand perfect en doen ook ‘goede’ mensen weleens ‘slechte’ dingen. Dit geldt ook voor Peye, Waupatukway en Manuel.
Vraag 1
Beschrijf voor elk van de drie personages een situatie waarin hij/zij zich niet als een goed mens gedraagt.
Vraag 2
Hoe komt het dat je hen (waarschijnlijk) toch goede mensen vindt? Leg je antwoord uit met voorbeelden uit het verhaal.
D
Kijk nog eens naar je antwoorden op vraag A. Blijft dit lijstje hetzelfde of zou je liever nog iets veranderen?