Spijkerzwijgen: Opdracht

Opdracht niveau 2

Vonkies opa heeft in zijn verleden veel meegemaakt. Die gebeurtenissen hebben invloed op zijn gedrag. Je gaat nu uitzoeken wat de belangrijkste gebeurtenissen zijn uit opa's verleden.

Hieronder zie je een tekening van een menselijk lichaam. Voor deze opdracht doe je alsof dit Vonkies opa is.

Titel Spijkerzwijgen
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 2
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus de diepere laag
Je leert na te denken over de diepere laag in het verhaal
Gemaakt door Jildau Vrieswijk

A

Vraag 1


Hoe vaak zie jij je opa en oma?


Vraag 2

Heb je een goede band met je opa en oma? Waardoor komt dat?


Vraag 3


Wat vind je leuk om met ze te doen?


B

Vonkie gaat een week bij haar opa logeren, omdat haar ouders de problemen die ze met elkaar hebben, moeten oplossen.

Vraag 1


Wat vindt Vonkie ervan dat ze om deze reden een week bij opa moet logeren? Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld uit het boek.


Vraag 2

Wat moet er volgens Vonkie gebeuren om de ruzie op te lossen?


Vraag 3

Vind jij het terecht dat Vonkies ouders haar nog te jong vinden om over dit probleem mee te denken? Betrek in je uitleg je antwoord op vraag 2.


C

Je zou kunnen zeggen dat opa en zijn broer Buts ook problemen hebben die ze niet hebben opgelost.

Vraag 1

Welk probleem hebben opa en Buts niet opgelost?


Vraag 2

Wat is het gevolg van het feit dat de broers hun problemen niet hebben opgelost?


Vraag 3

Op een gegeven moment besteedt Vonkie minder aandacht aan de problemen van haar ouders en meer aan het probleem van haar opa. Waarom doet ze dat, denk je?


Vraag 4

Hoe verandert de relatie tussen opa en Buts nadat ze elkaar weer hebben gesproken?


Vraag 5

Leg uit dat je de scheiding van de broers kunt vergelijken met de problemen die Vonkies ouders hebben. 


D

Vraag 1


Wat is volgens jou de beste manier om met een ruzie om te gaan? Kies een van onderstaande mogelijkheden en leg je antwoord uit.

Optie A: Je kunt een ruzie het beste zo snel mogelijk met elkaar uitpraten.
Optie B: Als je ruzie hebt gehad is het goed om allebei af te koelen en daarna nooit meer over de ruzie te praten.
Optie C: De ernst van de ruzie bepaalt of je een ruzie moet uitspreken of juist nooit meer moet bespreken.
Optie D: Als twee mensen ruzie hebben, is het goed om dat met behulp van een onafhankelijke persoon uit te praten.
Optie E: Beide partijen moeten na een ruzie hun excuses aanbieden en afspraken maken om een volgende ruzie te voorkomen.
Optie F: anders, namelijk…


Vraag 2

Is het ooit te laat om het bij te leggen nadat je ruzie hebt gehad? Leg je antwoord uit.