Kruistocht in spijkerbroek: Fictie en werkelijkheid

Opdracht niveau 3 | Fictie en werkelijkheid

Titel Kruistocht in spijkerbroek
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Fictie en werkelijkheid
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus fictie en werkelijkheid
Je leert onderzoek doen naar feit en fictie in een historische roman.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 ‘Kinderkruistocht’, op: Nl.wikipedia
Bron 2 ‘De kinderkruistocht’ (1212), op: Historiek.nl

Historische romans gaan vaak over gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden. Maar een historische roman is niet hetzelfde als een geschiedenisboek: de schrijver heeft er dingen (personages, gebeurtenissen) bij verzonnen. 

In deze opdracht doe je onderzoek naar de historische gebeurtenissen die aan Kruistocht in spijkerbroek ten grondslag liggen.

A

Lees de bronnen. Beantwoord dan de 5 w+h-vragen (wie, wat, waar, wanneer en hoe) over de kinderkruistocht. Neem het schema over en noteer je antwoorden daarin. In de middelste kolom noteer je de antwoorden die in Kruistocht in spijkerbroek op de vragen worden gegeven; in de rechterkolom noteer je de antwoorden uit de bronnen.

B

  1. Vat kort (ongeveer 100 woorden) samen op welke historische feiten Kruistocht in spijkerbroek is gebaseerd.
  2. Hoeveel heeft de schrijfster, Thea Beckman, erbij verzonnen? Veel, weinig, of ongeveer de helft?

C

  1. Vind jij het belangrijk dat een historische roman dicht bij de feiten blijft? Geef een cijfer tussen 1 (totaal onbelangrijk) en 10 (superbelangrijk) en ligt je antwoord toe.
  2. Wat is jouw mening over Kruistocht in spijkerbroek? Gebruik ongeveer 50 woorden voor je antwoord.
  3. Wordt jouw mening over Kruistocht in spijkerbroek bepaald door de mate waarin Thea Beckman zich aan de feiten heeft gehouden? Leg je antwoord uit.