Wonder: Opdracht

Opdracht niveau 2

Titel Wonder
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2
Studielast 1 uur
Werkvorm tweetal
Focus relaties
Je leert relaties tussen personen vanuit verschillende personages te benaderen
Gemaakt door Ymkje Visser

A [individueel]

Vraag 1

Hoe zit jouw gezin in elkaar?


Vraag 2

Hoe zou je jouw gezin omschrijven? Hebben jullie een goede of een hechte band? Kunnen er altijd mensen aanschuiven tijdens het eten? Of zijn er bijvoorbeeld twee gezinsleden die altijd ruzie hebben? Schets een zo duidelijk mogelijk beeld van jouw gezin. Gebruik minimaal 50 woorden.


Vraag 3

Wat zou er anders zijn in jullie gezin als Auggie jouw broer was, denk je? Leg je antwoord uit in minimaal 100 woorden.


B [samen]

Vergelijk nu jullie antwoorden met elkaar. Beantwoord samen onderstaande vragen.

Vraag 1

Lijken jullie gezinnen op Auggies gezin, als je kijkt naar hoe jullie met elkaar omgaan?


Vraag 2

Wat voor indruk wekte Auggies gezin bij jullie tijdens het lezen van het boek?


C

Het gezin waarin Auggie opgroeit is erg belangrijk voor hem en het speelt ook een belangrijke rol in het boek. Thuis is het namelijk altijd een veilige plek voor Auggie, maar niet alleen voor hem. Ook Jack, Miranda en Justin voelen zich erg thuis. Hoewel Via zich geen beter gezin kan wensen, zou ze ook wel eens willen dat het allemaal anders was.

Ga met elkaar in gesprek over onderstaande vragen. Misschien heeft de mening van je klasgenoot invloed op jouw mening. Als antwoord noteer je hoe je er uiteindelijk zelf over denkt.

Vraag 1

Wat vind je ervan dat Via soms boos is op haar ouders die alles goed bedoelen?


Vraag 2

Waarom denk je dat Jack het zo fijn vindt bij Auggie thuis?


Vraag 3

Kun jij je voorstellen dat een jongen als Jack jaloers is op een jongen als Auggie? Leg je antwoord uit.


Vraag 4

Hoe denk je dat Auggies leven zou zijn als hij ouders had die minder beschermend waren?