De jongen in de gestreepte pyjama: Opdracht

Opdracht niveau 2

Titel De jongen in de gestreepte pyjama
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus geloofwaardigheid
Je leert een uitspraak doen over de geloofwaardigheid van een verhaal.
Gemaakt door Marlies Schouwstra

A

Hoe realistisch vind jij De jongen in de gestreepte pyjama? (Realistisch wil zeggen dat het echt gebeurd zou kunnen zijn.)
Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.
1 = totaal onrealistisch
10 = heel erg realistisch


B

Realistisch is niet hetzelfde als geloofwaardig. Geloofwaardig is een verhaal als je wordt helemaal kunt meegaan in het verhaal. Een verhaal kan totaal onrealistisch zijn, maar tegelijk wel heel geloofwaardig. Alles klopt dan, er zitten geen tegenstrijdigheden in de beschreven wereld, de personages doen geen dingen die niet passen bij wat je over hen weet etc.

Vraag 1

Geef een voorbeeld van een boek dat je ooit hebt gelezen dat

a. realistisch én geloofwaardig was
b. realistisch maar niet geloofwaardig was
c. niet realistisch, maar wel geloofwaardig was
d. niet realistisch en ook niet geloofwaardig was


Vraag 2

Hoe geloofwaardig vind jij De jongen in de gestreepte pyjama?
Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.


C

Vraag 1

Lees jij liever realistische boeken of niet-realistische boeken? Leg je antwoord uit.


Vraag 2

Hoe belangrijk vind jij dat een verhaal geloofwaardig is? Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.