Boektitel: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Chronologie

Titel Door het vuur
Niveau boek 3
Opdracht niveau 2 | Chronologie
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel of in tweetal
Focus chronologie
Je leert de gebeurtenissen in chronologische volgorde plaatsen.
Gemaakt door Ymkje Visser

A

Door het vuur wordt niet in chronologische volgorde verteld: de gebeurtenissen in het verhaal staan niet in de volgorde waarop ze hebben plaatsgevonden. Jenny Valentine laat daarbij niet duidelijk weten wanneer het verhaal voor- of achteruitgaat in de tijd.

1. Heb je er tijdens het lezen van Door het vuur last van gehad dat er onverwachte tijdsprongen in het verhaal zaten? Leg uit waarom je dit lastig vond.

2. Wat heb je gedaan om het verhaal toch goed te begrijpen?

B

Hieronder staat een aantal gebeurtenissen uit het verhaal in de volgorde zoals ze in het boek voorkomen. Maak een tijdlijn waarop je deze gebeurtenissen in chronologische volgorde plaatst. Je mag zelf weten hoe je deze tijdlijn vormgeeft, maar zorg er wel voor dat het duidelijk is hoeveel tijd er tussen de gebeurtenissen zit.

Hoofdstuk Gebeurtenis
1 Iris steekt een groot vuur aan, terwijl Hannah en Lowell verbijsterd kijken en huilen.
2 Hannah belt voor het eerst in haar leven met Ernest.
3 Iris stookt haar eerste vuur.
3 Iris ontmoet Thurston.
6 Iris, Hannah en Lowell komen aan bij Ernest.
7 Iris praat voor het eerst echt met haar vader.
11 Ernest roept Iris midden in de nacht bij zich om haar de waarheid te vertellen.
12 Ernest ontmoet Hannah.
13 Ernest ontmoet Hannah.
17 Hannah vertelt Ernest over de vuren die Iris stookt.
19 Iris en Ernest praten over de vuren van Iris.
20 Hannah gaat bij Ernest weg en neemt Iris mee.
23 Ernest overlijdt.
25 Iris wordt op de uitvaart aangesproken door Alexander Brown.
27 Alle aanwezigen op Ernest uitvaart zijn getuige van de onthulling van de vervalste schilderijen in Ernests huis.

C

Wat had Jenny Valentine van jou anders moeten doen in Door het vuur? Kies één van de onderstaande antwoorden en leg je antwoord uit.

A. Ze had het boek in chronologische volgorde moeten schrijven.
B. Ze had sprongen in de tijd duidelijker moeten aangeven.
C. Ze had niets anders moeten doen.