Stiefkind: Tijd: Motieven

Opdracht niveau 3 | Motieven

Titel Stiefkind
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Motieven
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus motieven
Je leert het motief 'Sneeuwwitje' herkennen en begrijpen.
Gemaakt door Ymkje Visser

Lees voordat je begint met het maken van de opdracht de literaire theorie onderaan de opdracht. 

A

In Stiefkind komen veel verwijzingen voor naar het sprookje Sneeuwwitje. In de tabel hieronder staan drie voorbeelden. Vul de tabel aan met behulp van het boek. Zoek zo nodig het sprookje van Sneeuwwitje op.

B

Sneeuwwitje komt regelmatig voor in Stiefkind. Dit noemen we een leidmotief. De schrijfster laat Sneeuwwitje bewust steeds terugkeren in het verhaal. Dit kan verschillende functies hebben:
- De schrijfster kan dit doen om een karaktertrek of een bepaald aspect van een personage te benadrukken.
- De schrijfster kan dit doen om te verwijzen naar het grondmotief (het thema van het hele verhaal).

Jij gaat onderzoeken waarom de schrijfster Sneeuwwitje heeft gekozen als leidmotief.

  1. Hebben Virginia en Sneeuwwitje overeenkomstige karaktertrekken? Zo ja, welke? Zo nee, waarin verschillen ze? Leg je antwoord uit in minimaal 50 woorden.
  2. Wat is het belangrijkste grondmotief in Stiefkind? Formuleer het grondmotief in één zin.
  3. Wat is het belangrijkste grondmotief in Sneeuwwitje? Formuleer het grondmotief in één zin.
  4. Waarom is Sneeuwwitje gebruikt als leidmotief? Leg je antwoord uit in minimaal 50 woorden.
  5. Wat vind jij ervan dat Sneeuwwitje het leidmotief is in Stiefkind? Leg je antwoord uit.

(Literaire)theorie

Leidmotief 
Een leidmotief is een element dat regelmatig terugkeert in het verhaal. Het element lijkt in eerste instantie onbetekenend, maar door de herhaling wordt het belangrijk.

Grondmotief 
Een grondmotief is een formulering in één zin die de tekst als het ware samenvat. In deze zin wordt de visie van de tekst verwoord. Het kan helpen om een grondmotief in een ‘als-dan-constructie’ te formuleren, bijvoorbeeld: ‘Als eenzaamheid en verveling je leven bepalen, dan kan angst voor verval en dood de overhand krijgen’.