Wolfsroedel: Opdracht

Opdracht niveau 3

Opdracht A kun je het beste tijdens het lezen maken, maar het kan ook achteraf. Opdracht B en C maak je nadat je het boek hebt gelezen.

Titel Wolfsroedel
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus verteltechniek: structuur
Je leert de structuur van een roman in kaart brengen/weergeven.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron De schema's kun je ook hier downloaden.

A


Waarschijnlijk heb je nog nooit een boek gelezen dat zo ingewikkeld in elkaar zit als Wolfsroedel. Net als de rovers zie je soms tussen de bomen het bos niet meer: er zijn genummerde hoofdstukken over Ion, Alexandru en Vulpe, brieven aan de kluizenaar en de schaapherder en ten slotte verhalen uit de kronieken van Snagov. Deze opdracht helpt je om de zaken op een rijtje te zetten.


Neem de schema's 1, 2 en 3 over of download de bijlage (onder Bronnen). Vul kolom 1 verder aan. In kolom 2 vat je het hoofdstuk zo kort mogelijk, het liefst in één zin, samen.


Schema 1 - Genummerde hoofdstukken

Hoofdstuk Samenvatting
Deel 1 Vilco vertelt dat zijn vader hem een verhaal heeft verteld.
1. Jonge wolven Ion, Alexandru en Vulpe sluiten zich aan bij de roversbende van Vulpe.
2. 'Steel een brood'



Schema 2

Brief Samenvatting
Aan de kluizenaar van Snagov



Schema 3

Uit de kronieken van Snagov Samenvatting
Voda Vlad Tepes



B



Als er in een boek sprake is van twee of meer verhaallijnen hebben die altijd iets met elkaar te maken. In Wolfsroedel zijn er twee verhaallijnen: die van de gebeurtenissen in de vijftiende eeuw en die van de gebeurtenissen in de negentiende eeuw.


Vraag 1


Noteer ten minste drie overeenkomsten wat betreft de personages.


Vraag 2


Noteer ten minste drie overeenkomsten wat betreft de gebeurtenissen.


Vraag 3


Noteer de belangrijkste overeenkomst wat betreft de plaats waar de verhalen zich afspelen.


Vraag 4


Wat hebben beide verhaallijnen met elkaar te maken? Kies een van de volgende antwoorden en licht je antwoord toe in ongeveer 50 woorden. Daarbij kun je gebruik maken van voorbeelden uit het boek.


Antwoord A 


De verhaallijnen versterken elkaar.


Antwoord B 


De verhaallijn vormen een contrast (tegenstelling).



Antwoord C


De verhaallijnen zijn complementair (vullen elkaar aan).


C


Wat vind je van deze manier van vertellen? Wordt het verhaal er onnodig ingewikkeld door of juist extra spannend? Interessanter? Of nog iets anders? Formuleer je antwoord in ongeveer 50 woorden.