Wolfsroedel: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Kwesties: goed en kwaad

Deze opdracht kun je alleen maken, maar het is leerzamer om de opdracht samen met iemand anders te maken.

Titel Wolfsroedel
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Kwesties
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus kwesties: goed en kwaad
Je leert reflecteren op de vraag wat goed en slecht is (en of het mogelijk is een scheidslijn te trekken)
Gemaakt door Marlies Schouwstra

A


Noteer, snel en zonder al te veel na te denken, vijf eigenschappen die je vindt passen bij een goed mens en vijf eigenschappen die je vindt passen bij een slecht mens. Als je met een klasgenoot samenwerkt, bespreken jullie je antwoorden. Probeer het eens te worden en samen een definitief antwoord te formuleren.


B


Vraag 1


Wolfsroedel gaat over de tegenstelling tussen goed en slecht. Hieronder staan de namen van veertien personages.


Vraag 1 a


Zet de namen onder elkaar. Begin bovenaan met het meest 'goede' personage en eindig met het 'slechtste' personage.


Vraag 1 b


Noteer achter elke naam in steekwoorden wat het personage in jouw ogen goed/slecht maakt.
Alexandru - Beldie - de kluizenaar - de schaapherder - Ion - Ions moeder - Lupu - Mara - Mehmet II - Stroe - Radu - Vilcu - Vlad - Vulpe.


Vraag 2


Over welk(e) personage(s) heb je het langst moeten nadenken? Leg uit waardoor dat kwam.


C


In Wolfsroedel is geen duidelijke scheidslijn tussen goed en slecht. Kies uit de onderstaande uitspraken de uitspraak waar je het (het meest) mee eens bent en licht je keuze toe in ongeveer 100 woorden.


Uitspraak A


Ik vind het verwarrend en/of irritant dat er geen puur goede en puur slechte personages zijn.


Uitspraak B


Dat goed en kwaad in dit boek niet duidelijk te onderscheiden zijn, zet je aan het denken.


Uitspraak C


Doordat in dit boek goed en slecht niet duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, heb ik geleerd dat in al het goede ook iets slechts zit en in al het slechte ook iets goeds en dat vind ik een wijze les.


Uitspraak D


Ik vind het een deprimerende gedachte dat het puur goede niet zou bestaan.