Schelpen

Werkstukken en spreekbeurten

Als je geluk hebt, vind je een mooie parel in een oesterschelp. Maar hoe is die daar toch in terechtgekomen?

Wat is een schelp eigenlijk?

Een schelp is een soort huisje waarmee een weekdier zich beschermt. Weekdieren heten zo, omdat ze week zijn. Dat betekent dat ze zacht zijn. Weekdieren hebben geen botten. De schelp beschermt ze aan de buitenkant. Schelpdieren leven niet allemaal in de zee. De slakken die je in de tuin vindt, hebben ook een huisje. Die slakken noemen we daarom ook schelpdieren.

Tweekleppigen

Veel schelpdieren zijn tweekleppigen. Dit betekent dat hun schelpen uit twee helften bestaan. De helften zitten aan elkaar vast met een slotband. Dat is een sluitspier om de schelp mee open en dicht te doen. Die sluitspier is heel sterk. Als het weekdier nog leeft, krijg je de schelp bijna niet met je handen open. Mensen die graag oesters eten, maken de oesters daarom altijd met een mes open.

Hoe komt een parel in een schelp?

Van parels worden sieraden gemaakt, zoals een parelketting. Maar parels ontstaan in schelpen en daar hebben ze een hele andere functie. Als een oester voedsel naar binnen zuigt, dan komt er per ongeluk weleens een zandkorrel in de schelp terecht. Om zich te beschermen tegen het zand bouwt het schelpdier er een laagje parelmoer omheen. Laagje voor laagje vormt zich dan een parel. In maar ongeveer 1 op de 15.000 wilde oesters zit een parel. Parels worden daarom ook gekweekt. Parelkwekers doen dan een beetje parelmoer in de oester. Zo is er alvast het begin van een parel. De oester maakt er hierna zelf een echte parel van.

Heremietkreeft

Wist je dat sommige dieren een schelp lenen die ze niet zelf hebben gemaakt? De heremietkreeft bijvoorbeeld. Hij verbergt zijn achterlichaam in een verlaten slakkenhuis. Zo beschermt hij zich tegen vijanden.