Tijd

Ga direct naar de inhoud, het zoekveld of het hoofdmenu.

Tijd

Werkstukken en spreekbeurten

Basisschool groep 5-6
Basisschool groep 7-8
Voortgezet onderwijs klas 1-2

Het lijkt wel alsof je in een spannende tijdmachine zit als je met het vliegtuig op vakantie gaat naar een land waar de tijd niet hetzelfde is als in Nederland! Maar hoe komen we aan die tijdzones?

Een dag, een maand, een jaar

De tijd is verdeeld in dagen, maanden en jaren. Dat heeft te maken met het draaien van de aarde.

Dag: in 24 uur draait de aarde één keer om zijn as. Dat zorgt ervoor dat een dag verdeeld is in dag en nacht.
Maand: de maan draait in ongeveer 29,5 dagen rond de aarde.
Jaar: de aarde draait om de zon heen en doet daar 365,24 dagen over.

Schrikkeljaar

De aarde draait in 365,24 dagen om de zon. Een jaar duurt 365 dagen, maar elk jaar houden we 0,24 van een dag over. Om dit tijdsverschil op te lossen, is er één keer per vier jaar een extra dag: 29 februari. Het jaar waarin dit plaatsvindt, noemen we een schrikkeljaar en 29 februari is een schrikkeldag.

Zonnewijzer

Meer dan 5000 jaar geleden werd in Egypte de zonnewijzer uitgevonden. Het was een van de eerste methoden om tijd te meten. De zonnewijzer wijst met behulp van de zon de tijd aan. Hij bestaat uit een wijzer en een wijzerplaat, waarop de uren staan vermeld. Als de zon schijnt, werpt de wijzer een schaduw over de wijzerplaat. De plaats van de schaduw geeft aan hoe laat het is.

Tijdzones

De wereld is verdeeld in tijdzones, die van de Noordpool tot de Zuidpool lopen. In elke zone is het een uur later. De aarde draait in 24 uur rond zijn as, dus dat zou betekenen dat er 24 tijdzones zijn. Maar sommige zones verschillen minder dan een uur met de zone ernaast. Hierdoor zijn er nu 40 tijdzones. Vroeger werd overal op aarde de lokale tijd gehanteerd. Als de zon in het zuiden stond, was het twaalf uur. Een zonnewijzer gaf aan hoe laat het was. Toen later de uurwerken ontwikkeld werden, spraken de mensen af dat elke dag bestond uit precies 24 uur. Maar nog steeds had elke plaats zijn eigen tijd. Dat merkten de mensen niet, omdat er weinig gereisd werd. Toen mensen met de trein grote afstanden konden afleggen, werd het nodig om allemaal dezelfde tijd te gebruiken en tijdzones in te stellen. En zo kwamen mensen op plekken op aarde waar het een andere tijd was. Wereldwijde afstemming van de tijden was nodig.

Thema: De aarde; Techniek en wetenschap
Niveau: Voortgezet onderwijs klas 1-2