Europese Unie

Werkstukken en spreekbeurten

In de Europese Unie (EU) werken Europese landen samen. Elkaar helpen is veel productiever dan ruzie maken. In de vorige eeuw was er vaak oorlog en waren de landen niet zo rijk. Na de Tweede Wereldoorlog beseften de mensen dat samenwerking noodzakelijk was. Sindsdien is er vrede en veel minder mensen zijn arm. Een goed idee, die EU, of toch niet?

Baas in eigen land

Niet iedereen is fan van de EU. Mensen zijn bang dat we op den duur niets meer zelf mogen beslissen in ons eigen land. In het Verenigd Koninkrijk hebben de mensen er genoeg van. Dat land heeft besloten uit de Europese Unie te stappen. Ze willen weer baas in eigen land zijn. Ook in Nederland zien een deel van de mensen meer nadelen dan voordelen. Ze zijn bang dat de armere landen in Zuid-Europa geld kosten. En dat ‘Brussel’, waar alle Europese organisaties zitten, alles gaat bepalen. De EU is niet hetzelfde als Europa. Europa is namelijk een continent. En de EU is een organisatie. Niet alle landen van Europa zijn lid van de EU. Zwitserland en Noorwegen zitten er bijvoorbeeld niet in.

Geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog stonden Oost- en West-Europa tegenover elkaar. Met gezamenlijke belangen zou het uitbreken van een oorlog een stuk minder snel gebeuren. Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië gingen samenwerken op economisch gebied. Samen richtten zij uiteindelijk drie gemeenschappen op:

· de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
· de Europese Economische Gemeenschap
· de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM)

Deze drie gemeenschappen vormden samen de Europese Gemeenschappen (EG). In 1992 ontstond de Europese Unie (EU). De EG werd hier onderdeel van. Steeds meer landen werden lid. In 2004 kwamen er wel 10 landen bij. In 2007 werden nog 2 landen lid. In 2013 is Kroatië erbij gekomen. Nu heeft de Europese Unie 27 leden.

Landen van de EU zijn welvarend

De landen van de EU noemen we lidstaten. Er zijn nog meer landen die mee willen doen, want ze zien hoe welvarend de landen van de EU zijn. Turkije bijvoorbeeld. Maar landen kunnen alleen lid worden als alle lidstaten van de EU dat goed vinden. Dan wordt gekeken of het land ongeveer dezelfde wetten en normen en waarden heeft als de andere EU-landen. Stel dat 26 lidstaten vóór zijn en eentje tegen, dan gaat het niet door. De EU is heel groot en er wonen enorm veel mensen. 510 miljoen om precies te zijn. In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Dus maar 1 op de 30 inwoners van de EU is een Nederlander.

Geen paspoort meer nodig

De grenzen tussen de Europese landen bestaan nog wel, maar je ziet ze niet meer. Je hoeft je paspoort niet te laten zien als je de grens passeert en de slagbomen zijn verdwenen. Iedereen mag ook in een ander land werken dat lid is van de EU. En je mag er van alles kopen zonder dat je importbelasting hoeft te betalen. Daardoor kwam er steeds meer handel tussen de landen en werden we met z’n allen een stuk rijker. Het werd nog gemakkelijker toen veel EU landen hetzelfde geld kregen: de euro. Nog een leuk voordeeltje: je kunt met je smartphone ook internetten in het buitenland tegen dezelfde prijs als hier. Handig als je op vakantie gaat.

Vertegenwoordigers

Lidstaten zijn landen die lid zijn van de Europese Unie. Elke lidstaat levert mensen die samen de Europese Unie besturen. Deze mensen heten vertegenwoordigers. De Europese Commissie zorgt dat iedereen zich aan de afspraken houdt. Ook dient de Europese Commissie wetsvoorstellen in. De Europese Raad bestaat uit de president of premier van elke lidstaat. De Europese Raad bepaalt wat belangrijke zaken voor de EU zijn. De inwoners van de Europese landen kiezen om de vijf jaar de leden van het Europees Parlement. Dit lijkt op de Tweede Kamer in Nederland. Maar dan is het de volksvertegenwoordiging van Europa.