Internet

Werkstukken en spreekbeurten

Internetten is leuk als je op zoek bent naar informatie of met vrienden chat. Toch is het niet altijd leuk op internet. Hieronder lees je o.a. tips om internet voor jezelf leuk te houden.

Het Wereldwijde Web

Het World Wide Web (www) verbindt alle apparaten met online verbinding met elkaar. De data die deze apparaten uitwisselen vormen een grote verzamelplaats van gebruikersinformatie, afbeeldingen, muziek en films. Je kunt de informatie niet aanraken. Toch komt het op je scherm. Hoe dat precies gaat is een technisch verhaal over enen en nullen. Dat zijn de twee cijfers waarin alles eerst is omgezet. Daarna is het mogelijk om data draadloos of via een kabel te versturen, via satellieten boven de aarde.

Links

Het internet bestaat uit miljarden bestanden. Die bestanden zijn overzichtelijk, omdat ze met elkaar verbonden zijn door 'links'. Een link is een tekst of afbeelding op een internetpagina die je kunt aanklikken. Daardoor open je een ander bestand. Vaak zijn links naar muziekbestanden of films op YouTube achter elkaar gezet door bijvoorbeeld Spotify of YouTube zelf. Dan zie je soms aan de Chinese of Indiase letters dat het geen Nederlandse link is. Er zijn ook links die aan cookies vastzitten. Die zie je als gebruiker niet, maar je opent ze zodra je instemt met het cookiebeleid van een website. Gevaarlijk zijn de links die je niet ziet, maar die een hacker in een bestaande link verstopt. Daarmee kan iemand bijvoorbeeld jouw camera aanzetten.

Informatie

Op internet staat heel veel informatie. Dat is handig als je bijvoorbeeld een werkstuk maakt. Iedereen kan informatie op internet zetten. Daardoor wordt het internet steeds groter. Dat heeft ook een nadeel: je weet niet altijd of de informatie klopt. Er staat veel informatie op het internet die niet bedoeld is om jou te informeren. Kun je de bron niet checken en is de naam of website die de informatie plaatst een beetje vaag? Grote kans dat iemand via deze website of link jouw computer of jou als gebruiker nodig heeft. Probeer er maar eens achter te komen waarvoor dat zou kunnen zijn.

Web 1.0, 2.0 en 3.0

Misschien heb je de term web 2.0 wel eens voorbij horen komen. Wat is dat eigenlijk? In de beginperiode van het internet, in de jaren negentig van de vorige eeuw, bestond internet vooral uit een verzameling websites. Je kon wel veel informatie vinden, maar zelf iets toevoegen was lastig. De term web 1.0 verwijst naar dit 'oude' internet. In 2004 kwam er web 2.0: internet waarop je informatie kunt delen. Je kon nu zelf teksten, foto’s of filmpjes plaatsen en anderen konden hierop reageren. Web 3.0 is de laatste manier van internetgebruik. Hierbij werken alle informatiestromen samen. Gebruikers krijgen dan informatie die op hun gebruik is afgestemd. Bovendien is er een druk dataverkeer ontstaan tussen gebruikers en hun apparaten, bijvoorbeeld een wifi-wasmachine. Profiteurs kunnen meesurfen om naar gegevens te vissen (phishing) waar ze hun voordeel mee doen.

Praten via het internet

Je kunt gamen via het internet. Je kunt bijvoorbeeld de strijd aangaan met iemand uit een ander land. Je hoeft ze niet eens te kennen. Wees wel voorzichtig als je chat met onbekenden. Je weet niet wie die ander is. Vertel nooit te veel over jezelf, zoals waar je woont, wat je telefoonnummer is of op welke school je zit. Plak een sticker over je camera en haal die er alleen af als je wilt dat een ander je ziet. Als je weet hoe je slim én veilig om moet gaan met internet, ben je 'mediawijs'.