Kinderarbeid

Werkstukken en spreekbeurten

In de eerste helft van de negentiende eeuw begon in Nederland de Industriële Revolutie. Er kwamen in die tijd veel fabrieken waar met machines werd gewerkt. Wist je dat ook kinderen in de fabrieken moesten werken?

Kinderen moésten geld verdienen

Er was veel armoede en kinderen moesten dan helpen om geld te verdienen voor het gezin. Vaak werkten ze meer dan 12 uur per dag! In die tijd stierven veel kinderen door de slechte leefomstandigheden. De lucht in de fabrieken was verontreinigd en er gebeurden vaak ongelukken.

Kinderwetje van Van Houten

Tegenstanders van kinderarbeid hadden het moeilijk. Ouders hadden het geld dat hun kinderen verdienden namelijk hard nodig om eten te kunnen kopen. Pas in 1874 werd een wet aangenomen tegen kinderarbeid. Het wetsvoorstel kwam van Kamerlid Samuel van Houten. Deze wet heet het Kinderwetje van Van Houten. Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet langer in een fabriek werken. Pas toen de eerste arbeidsinspecteurs in 1887 werden aangesteld, werd gecontroleerd of het Kinderwetje ook echt werd nageleefd. Toen in 1900 de Leerplichtwet werd aangenomen, waren kinderen verplicht om naar school te gaan. Ze konden dan niet naar de fabriek of het land. Toch moesten veel kinderen nog steeds voor of na school aan het werk.

Kinderarbeid nu

Kinderarbeid komt nu nog steeds voor. Niet alleen in arme derdewereldlanden, maar ook in Oost-Europese landen. Zelfs in Portugal, Italië, Griekenland en Spanje komt het nog voor. De kinderen werken in fabrieken en op het land, maar worden ook wel gedwongen tot seks voor geld of om te vechten in het leger. Wereldwijd worden er nog zo’n 250 miljoen kinderen gedwongen om te werken.