Katten

Werkstukken en spreekbeurten

De huiskat is tam en ligt graag op de bank, maar wist je dat leeuwen, tijgers en poema’s ook tot de familie van katachtigen behoren?

Wilde kat

De huiskat stamt af van de wilde kat. Wilde katten leven buiten en hebben hun eigen territorium. Katten die in de buurt komen, worden weggejaagd. Een kat plast tegen bomen en poept hier en daar om duidelijk te maken dat het zijn leefgebied is. In Europa leeft de wilde kat in het bos en zoekt daar warme plekken op, zoals een boomtak in de zon of een zonnige bosrand. 

Zintuigen

Een kat heeft lange snorharen, waarmee hij kan voelen in het donker. Katten hebben een goed evenwichtsorgaan en komen daardoor altijd op hun pootjes terecht. De best werkende zintuigen zijn het gehoor en het zicht. Zelfs in het donker kan een kat goed zien.

Gebit

Met zijn hoektanden kan een kat een prooi goed bijten en doden. De tong voelt aan als schuurpapier, waarmee hij kan likken en schrapen. De speciale stekeltjes op de tong noem je papillen.