Prehistorie

Werkstukken en spreekbeurten

De prehistorie is verdeeld in drie delen: de steentijd, de bronstijd en de ijzertijd. Weet jij waarom de perioden zo heten?

Wat is de prehistorie?

De prehistorie is eigenlijk de periode vanaf het ontstaan van de aarde tot aan het begin van de geschiedenis. Maar dat zijn miljoenen jaren! En wanneer begint de geschiedenis? Omdat prehistorie dan een wel erg ruim begrip is, hebben wetenschappers een periode vastgesteld. De prehistorie is de periode vanaf dat de eerste mensen leefden die eruitzagen zoals wij, tot aan de uitvinding van het schrift. Prehistorie betekent letterlijk voorgeschiedenis. Het is dus de tijd vóórdat mensen gingen opschrijven hoe zij leefden. Ze maakten wel rotstekeningen. En archeologen vinden bij opgravingen vaak spulletjes uit die tijd. Bijvoorbeeld pijlpunten, potscherven, munten, werktuigen en sieraden. Daardoor weten we toch veel over hoe mensen in de prehistorie leefden.

Hoe leefden mensen in de prehistorie?

In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten – die later uitstierven door de klimaatverandering op aarde – en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars. Wat later gingen ze zelf eten verbouwen en werden ze boer.

Drie perioden

Je kunt de prehistorie verdelen in drie delen. De steentijd, de bronstijd en de ijzertijd. Aan de namen kun je al zien welk materiaal er in welke periode veel werd gebruikt of uitgevonden. 

Steentijd

De steentijd is weer onder te verdelen in paleolithicum (oude steentijd), mesolithicum (midden steentijd) en neolithicum (nieuwe steentijd). De eerste mens die eruitzag zoals wij, de homo sapiens, verscheen aan het begin van de midden steentijd. Daarvoor waren er bijvoorbeeld neanderthalers, die leken op de moderne mens. In de nieuwe steentijd werden de bekende hunebedden gebouwd. Metalen bestonden nog niet. 

Bronstijd

Door koper en tin samen te smelten, ontstond brons. Daar werden ketels, gereedschap, munten en sieraden van gemaakt. Maar omdat brons kostbaar was, werd er in deze tijd ook nog steeds veel van vuursteen gemaakt. 

IJzertijd

In de ijzertijd waren er veel boeren. Ze verbouwden tarwe, gerst, bonen en zaden. IJzer is sterker dan brons en daarom gebruikten de boeren het voor hun werktuigen en gereedschap. Brons werd in deze tijd vooral gebruikt voor sieraden en munten. Kleding werd nu van wol of linnen gemaakt. Dat bestond in de bronstijd nog niet.