Judo

Werkstukken en spreekbeurten

Judo is een Japanse zelfverdedigingssport, die ontwikkeld is vanuit een andere bekende vechtkunst. Weet jij welke?

Jigoro Kano

Judo is rond 1880 in Japan bedacht door Jigoro Kano. Hij werd als kind veel gepest en besloot daar iets aan te doen. Toen hij zestien jaar was, leerde hij jiujitsu, maar deze sport vond hij veel te hard. Vanuit deze traditionele Japanse vechtkunst ontwikkelde Jigoro judo. Judo betekent 'het zachte pad'. Het is de bedoeling om je tegenstander op de goede manier te laten vallen, zonder hem te blesseren of verwonden. Behalve training van het lichaam was voor Jigoro ook training van de geest en het verbeteren van de persoonlijkheid een doel van judo. Van oorsprong is judo dan ook een zenkunst en filosofie. Tegenwoordig is judo alleen een sport. De filosofie erachter leeft nog wel sterk in Japan.

Judotoppers

De plaats waar judo beoefend wordt, heet de dojo (spreek uit: doodzjoo). Judoka’s dragen om hun judopak een band. Deze zorgt er niet alleen voor dat de judojas dichtblijft, maar geeft ook aan hoe goed een judoka is. Hoe donkerder de kleur, hoe beter de judoka is. Je begint met de witte band. Dan komen de gele, de oranje, de groene, de blauwe, de bruine en als laatste de zwarte band. Bekende Nederlandse voormalige judokampioenen zijn onder andere Anton Geesink, Wim Ruska, Mark Huizinga, Dennis van der Geest en Edith Bosch.

Ippon

Judoka’s proberen door een worp of een controletechniek op de grond een punt (ippon) te scoren. Je scoort een ippon als je je tegenstander met een groot gedeelte van de rug op de mat werpt. Ook scoor je een ippon als je de tegenstander 25 seconden lang in een houdgreep houdt. Als laatste kun je ook een ippon scoren als de tegenstander het opgeeft. Behalve punten kan een scheidsrechter ook strafpunten geven. Dit kan als een judoka zich misdraagt of een overtreding begaat.