Volleybal

Werkstukken en spreekbeurten

Op het strand zie je vaak mensen volleyballen. Wat zijn de verschillen tussen zaalvolleybal en beachvolleybal?

Geschiedenis

Volleybal of een voorloper ervan was al in de mode aan het Engelse hof in de zestiende eeuw. Maar pas in 1895 vond de Amerikaan W.G. Morgan de sport officieel uit. Uit de spelregels van tennis, basketbal en honkbal maakte hij de nieuwe sport volleybal. In Nederland maakten de olympische mannenteams de sport populair toen ze op de Olympische Spelen van 1992 en 1996 medailles wonnen met volleybal.

Zaalvolleybal

Zaalvolleybal speel je in een sporthal, met twee teams van elk zes spelers. Het veld is negen meter breed en achttien meter lang. Precies in het midden van het veld hangt een net. De bal opslaan mag alleen van achter de achterlijn. Om een punt te krijgen, geldt het Rally Point Systeem. Dat betekent dat het team dat de bal bij de tegenpartij op de grond krijgt meteen een punt verdient, ook als ze niet de opslagbeurt hadden. Bij elke nieuwe opslagbeurt moeten de spelers doordraaien, met de klok mee. Als speler moet je dus kunnen serveren (opslaan), verdedigen en aanvallen.

Beachvolleybal

De variant beachvolleybal is erg populair. Je kunt het spelen als je bijvoorbeeld op strandvakantie bent. Er worden ook wedstrijden in gehouden. Verschillen met zaalvolleybal zijn:

  1. Beachvolleybalteams spelen op zand (op het strand of op een plein dat volgegooid is met zand).
  2. Beachvolleybalteams bestaan uit slechts twee spelers.
  3. Beachvolleybalteams spelen in toernooien. 
  4. Het speelveld is acht meter breed en zestien meter lang. Iets kleiner dus dan bij zaalvolleybal, maar met z’n tweeën verdedig je toch bijna eenzelfde oppervlakte als zes volleyballers in de zaal.