Deltawerken

Werkstukken en spreekbeurten

Op 31 januari en 1 februari 1953 raasde er een storm over Nederland. In het zuidwesten van ons land braken dijken door. Om te voorkomen dat dit nog een keer zou gebeuren, bedacht Nederland een plan: het Deltaplan.

De watersnoodramp

Het was een grote ramp. De hoge golven beukten de dijken kapot. Delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland overstroomden. Huizen en wegen werden weggespoeld. 1836 mensen verdronken. Ook duizenden paarden, koeien en varkens verdronken.

Deltaplan

Na deze ramp stelde de regering een plan op. De dijken moesten hoger en sterker worden. Niet alleen langs zee, maar ook langs de rivieren. Bij de eilanden van Zeeland en Zuid-Holland kwamen dammen. Dat zijn enorme muren in het water. Het zeewater kan daar niet overheen. Dit plan heette het Deltaplan. Hierdoor is Nederland nu veiliger dan vroeger.

Zeedieren

Achter de dammen is het water zoet. Dat is een probleem voor zeedieren zoals mosselen. Die leven alleen in zout water. Het Deltaplan hield hier rekening mee. De Oosterschelde is een water in Zeeland. Daar werd een dam in gemaakt. Die dam gaat alleen dicht als het hard stormt. Dat heet een stormvloedkering. Met rustig weer blijft hij open. Het zeewater kan dan de Oosterschelde instromen. En zo kunnen de zeedieren er overleven.

Westerschelde

De Westerschelde is ook nog open. Over dat water varen vele zeeschepen naar Antwerpen in Belgiƫ. Met een dam zou dat niet meer kunnen. En dan komt Belgiƫ in de problemen. Daarom liggen er rondom de Westerschelde hoge dijken.

Klimaat

De laatste jaren is het klimaat veranderd. Het regent nu soms heel hard en heel lang. Dan overstromen de rivieren. Deskundigen vinden dat we de rivierdijken niet moeten verhogen. Rivieren moeten ruimte krijgen om af en toe te overstromen. Te dicht bij rivieren bouwen, vinden zij dan ook niet goed.