IJshockey

IJshockey

IJshockey komt oorspronkelijk uit Canada. In de Noord- Amerikaanse ijshockeycompetitie, de National Hockey League (NHL) wordt het beste ijshockey gespeeld. Deze competitie is in 1917 opgezet, waarin vroeger voornamelijk alleen maar Amerikanen en Canadezen speelden. Tegenwoordig spelen er ook veel Europeanen, zoals Russen, Tsjechen, Finnen en Zweden. Ook in diverse Europese landen worden nu competities gespeeld.

Contactsport

IJshockey is net als bijvoorbeeld rugby een contactsport waarin lichaamscontact is toegestaan. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je elkaar zomaar mag beuken. Er zijn strenge spelregels voor ijshockey. Het is bijvoorbeeld streng verboden om met je schaats naar een tegenstander te trappen of te vechten. Boosdoeners belanden altijd op de strafbank of worden voor een aantal wedstrijden geschorst. 

Wedstrijden

Een ijshockeyteam bestaat uit maximaal 22 spelers, waarvan er 6 tegelijk op het ijs staan (een keeper -goalie-, en vijf veldspelers -2 defence, 2 wingers en een center). IJshockeyers moeten drie dingen tegelijk uitvoeren: schaatsen, puckhandling en snel reageren op wisselende spelsituaties. Dat is natuurlijk heel moeilijk en intensief. De spelers worden daarom ook regelmatig gewisseld. IJshockey is namelijk zo inspannend, dat zelfs de allerbesten het niet veel langer dan een aantal minuten achter elkaar volhouden. Alleen de goalie blijft meestal de hele wedstrijd in zijn goal. De wedstrijden bestaan uit drie perioden van elk 20 minuten schone tijd, dat wil zeggen bij iedere overtreding of spelonderbreking wordt de klok stilgezet, met tussen de perioden een pauze van 15 minuten. Het rubberen schijfje waarmee gespeeld wordt heet een puck. Iedere speler gebruikt een stick om de puck in het doel van de tegenstander te krijgen.

De uitrusting

Ondanks de snelheid en energie die ijshockey met zich mee brengt is het een veilige sport, dat komt omdat de spelers door hun uitrusting heel goed beschermd zijn. Blessures en ongelukken komen niet zo vaak voor. Tijdens elke training en elke wedstrijd is iedere speler verplicht om een complete uitrusting te dragen: ijshockyehelm met gezichtsmasker, gecombineerd borst- schouderpantser (body-protector), keelband, elleboogbeschermers (elbows), handschoenen, tok, ijshockeybroek en beenbeschermers (legguards). 

Training

Het allerbeste van ijshockey is schaatsen. Als je eenmaal op ijshockey zit, zal je zien dat goed schaatsen ontzettend belangrijk is. Je krijgt dan ook veel schaatstraining en als je echt goed wilt worden, zal je naast de trainingen veel moeten vrijschaatsen. Ook is de omgang met stick en puck, het zogeheten "stickhandling" belangrijk. Daarnaast wordt er getraind in het schieten en het geven van een pass naar een teamgenoot. Zelf-discipline is een andere belangrijke eigenschap voor een ijshockeyer. Niet alleen om altijd te gaan trainen, maar zeker ook om tijdens de wedstrijd je geduld te bewaren en je te beheersen. Je mond houden als de scheidsrechter per ongeluk een fout maakt of niet mee gaan vechten als een oververhitte tegenstander je uitdaagt. IJshockey is ook leerzaam: je leert met je andere spelers een geheel te vormen.