Deel A en B kun je al voor of tijdens het lezen maken.

A

Noteer, snel en zonder al te veel na te denken, vijf karaktereigenschappen die je vindt passen bij een goed mens en vijf eigenschappen die je vindt passen bij een slecht mens. Als je met een klasgenoot samenwerkt, bespreken jullie je antwoorden. Probeer het eens te worden en samen een definitief antwoord te formuleren.

B

1. Welke drie personages uit de eerdere delen van de Harry Potterserie vind jij goed? Leg per persoon kort uit waarom.
2. Welke drie personages uit de eerdere delen van de Harry Potterserie vind jij slecht? Leg per persoon kort uit waarom.

C

1. De Harry Potterserie gaat onder andere over de tegenstelling tussen goed en slecht. Hieronder staan de namen van veertien personages.
   a. Zet de namen onder elkaar. Begin bovenaan met het meest 'goede' personage en eindig met het meest 'slechte' personage.
   b. Noteer achter elke naam in steekwoorden wat het personage in jouw ogen goed/slecht maakt.
   
   Herman Duffeling – Grijphaak – Knijster – Levinius Lorrebos – Remus Lupos – Draco Malfidus – Dorothea Omber – Albus Perkamentus – Desiderius Perkamentus –  Peter Pippeling – Severus Sneep – Heer Voldemort – Percy Wemel – Ron Wemel – Regulus Zwarts
2. Over welk(e) personage(s) heb je het langst moeten nadenken? Leg uit waardoor dat kwam.

D

1. In eerdere boeken van de serie was de scheidslijn tussen goed en slecht veel duidelijker dan in dit laatste deel. Leg dit uit aan de hand van twee voorbeelden.
2. Wat vind je ervan dat 'slechte' personages toch aan de goede kant blijken te staan en dat sommige 'goede' personages minder perfect blijken te zijn dan ze in eerdere boeken leken? Gebruik voor je antwoord minimaal 30 woorden.
3. Door wiens 'verandering' was je het meest verrast? Licht je antwoord toe.

E

Waarom heeft J.K. Rowling gekozen voor deze 'wending' in het laatste deel van de serie, denk je?